“Ga je fietsen vandaag?”
“Jawel. We gaan richting Ramskapelle deze middag”
“Ben je op tijd
thuis want Julien komt nog met die boeken.”
“Die boeken?”
“Voor onze reis.”
“Oh is dat vanavond -
in elk geval ben ik op tijd thuis.”
“Ik ga vanmiddag koffie
drinken met Liliane.”
“Heeft die een
probleem dan?”
“Haar kleindochter
trekt naar Amerika en daar heeft ze het lastig mee.”
“Dat begrijp ik. Anderzijds,
haar kleindochter moet háár leven leiden denk ik dan maar.”
“Misschien moeten we
met haar eens iets gaan eten.”
“Volgende week moet
wel kunnen denk ik - regel maar iets.”
“Ik zal zien of ze dat
ziet zitten.”
“Allé, tot straks dan.”
“Jawel. Tot vanavond.
En hou het veilig.”
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Tuut - Tuut - Tuut -
Tuut - Tuut - Tuut - Tuut - Tuut - Tuut - Tuut - Tuut - Tuut - Tuut - Tuut - Tuut
- Tuut
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------