Dag Louis,
Hoe gaat het ermee? Met ons goed. Wij hebben er namelijk weer een prachtig mountainbikeweekend op zitten. Mol, weet je wel.
Uiteraard, dat spreekt voor zich, ben jij weer over de tongen gegaan. Niemand die zich niet herinnert hoe sterk en sierlijk jij de Kempense Meren kon temmen. Zonder kapsones en niet stuk te krijgen. Altijd gezwind mee en altijd bereid een tandje bij te steken.
Máár Louis, in ’t weekend heb ik jouw geheim ontdekt. Eén van je huisgenoten wist namelijk te vertellen “Louis, die at ’s morgens Havermout.” En wanneer ik op vrijdagmiddag door de supermarkt slenter zie ik plots Havermout staan. Ik dacht, dit kan geen toeval zijn. Dit is voorbestemd. Louis zijn medium geeft mij langs deze weg advies. Dus zo gezegd zo gedaan, op zaterdagmorgen een flinke portie Havermout tot mij genomen bij ’t ontbijt.
En nu moet ik eerlijk toegeven Louis, dat heeft zijn vruchten afgeworpen. Ik was op zaterdag behoorlijk bij de pinken. Je hebt zo van die dagen nietwaar.
Wat ik wel niet wist Louis, is dat zo’n Havermoutkuur soms maar één dag werkt. Op zondag dacht ik natuurlijk, ik kap weer zo’n kom “epo naturel” naar binnen. Maar op zondag had ik een Mathieudagje. De Mathieu van de Koppenberg welteverstaan. Ja Louis, het leven van een mountainbiker kan hard zijn. Vooral als het parcours ook nog wat technische finesse vraagt. Akkoord, ik kwam er naar het einde toe iets door maar alleen omdat mijn geest het kon overnemen van mijn fysiek.
Maar eind goed al goed, Louis. Niets is zo heerlijk als een keertje tot aan het gaatje te moeten gaan. Mijn benen zijn het daar vandaag niet helemaal mee eens maar ik rij ze wel een beetje los deze week.
Ondertussen heb ik nog niet gezegd wat ik eigenlijk wou zeggen, Louis. Wanneer duik je nog eens met ons het veld in? We missen je namelijk.
Tot binnenkort hopen wij…
Serge