Het is nu officieel.
Het gaat bergaf met ons. Ik heb de proef op de som genomen en het verdict is
hard : over de ganse lijn gebuisd. Laat mij dat toelichten.
Op school, lang
geleden, moesten we wel eens iets uit het hoofd leren. Dat gaf zelden of nooit
problemen. Annie M.G. Schmidt, die van Dikkertje Dap, en Paul van Ostaijen, die ’s morgens de
dingen groet, gingen erin als koek. Een makkie. Later werden dat Hugo Claus en
Herman De Coninck. Wijze gasten.
Tegen beter weten in
dacht ik onlangs, ik ga nog eens iets memoriseren. Eens kijken of dat nog lukt.
Dus ik nam een klingelrijm van mijn andere halfgod Toon Hermans, en ging aan de
slag.
Maar eerlijk waar,
hoe vaak ik ook oefende, de woorden bleven maar niet hangen. Soms lukte het me
voor eventjes en dacht ik er te zijn. Maar tien minuten later was het hele ding
alweer van mijn harde schijf gewist. Ondertussen gaat het wel iets beter
maar sommige lettergrepen zijn toch vaak voor eventjes weer totaal verdwenen. Om even later geheel onverwacht weer op te duiken. Vreemd.
Nu wil ik niet
opdringerig zijn maar willen jullie ook eens proberen. Gewoon om te zien
of het lukt. Gedeeld leed is namelijk maar half leed. Ik stel voor dat we bij
de volgende samenkomst om beurten het volgende voordragen :
Kloverblaadje
Tovergaatje
Show Kolaadje
Mooi ben jij
Bommelbijtje
Vrolijkheidje
Lief Karweitje
Kievitsei
Veel studiegenot.
Tot horens
Serge