Een col
beklimmen met de fiets moet je niet
doen. Te gek voor woorden. Je hijst je eerst kilometers naar boven. Je bent kinderlijk
blij dat je de top haalt, om dan gewoon terug af te dalen naar de plaats waar alle
ellende is begonnen. De risico’s die je daarbij loopt als je naar beneden zoeft
op twee bandjes van 23 millimeter worden hier niet besproken. Wie doet nu
zoiets ?
Ik hoor u
denken, die spreekt zichzelf behoorlijk tegen. Inderdaad. Dus is de vraag
waarom wij zo gek zijn ? En ik heb lang moeten zoeken maar heb de waarheid
uiteindelijk gevonden.
De man die
het enkele jaren geleden heeft uitgeklaard : Freek de Jonge. Freek, recent 70 geworden,
is cabaretier, entertainer, zanger, conferencier, schrijver, standpunt-innemer …
en nog zoveel meer maar vooral verstandig.
In het
Nederlandse tourprogramma De Avondetappe (of hoe het toen nog mocht heten)
mocht Freek jaren geleden zijn licht laten schijnen over de schoonheid van al dat
afzien in de cols. Zijn conclusie : we vinden dit schoon omdat we katholiek
zijn opgevoed; omdat we grootgebracht zijn met Jezus Christus.
Want wat
deed Jezus Christus ? Lijden. Waar ? Op een berg. Waarmee ? Met een kruis (toen
bestonden nog geen fietsen). Voeg daar nog enkele overwegingen aan toe zoals
“het leven is lijden” en “je hemel moet je verdienen” en de oplossing voor ons
probleem ligt voor het grijpen.
We
beklimmen cols omdat we voorgeprogrammeerd zijn om af te zien. Het is ons christelijk
DNA dat ons naar de bergen lokt. En dat had onze Messias, Freek de Jonge, als
eerste door. Freek als de nieuwe spirituele leider van WD Breduinia ? Wat een
idee.
Tot horens,
Serge